Galapagos Eilanden

De Galápagos eilanden liggen in de Stille Oceaan, ongeveer op 1000 km van de westkust van Ecuador. In 1535 werden de eilanden ontdekt door Fray Tomas de Berlanga die per ongeluk op de eilanden stuitte tijdens een zeiltocht van Panama naar Peru. Er zijn historicus die beweren dat de eilanden een eeuw voor de ontdekking van Berlanga al bewoond werden door Incas, maar dit is nooit bewezen.

In 1570 maakte kaartmaker Abraham Ortelius een kaart van de Galápagos eilanden. Hij noemde ze Islas de Galápagos, eilanden van de schildpadden. Gebaseerd op waarnemingen van zeevaarders van de vele schildpadden die de eilanden bewoonden.

In de 17de eeuw werden de Galápagos eilanden een populaire bestemming voor Britse piraten die Spaanse schepen kaapten en nederzettingen in Midden- en Zuid Amerika leegplunderden. Deze piraten en Britse walvisvaarders gebruikten de eilanden als voedselbron tijdens lange reizen.

De eilanden nog steeds onbewoond, werden al snel bekend als de “betoverde eilanden”, doordat ze tijdens bepaalde periodes in het jaar volledig verdwenen in de mist en niet werden gezien door passerende schepen. Hierdoor werd in de 17de eeuw door een aantal Spanjaarden gedacht dat de Galápagos eilanden helemaal geen eilanden waren , maar louter schaduwen. In de 18de eeuw werden de eilanden regelmatig bezocht door Britse en later Amerikaanse walvisvaarders, met als doel een handelscentrum in de Stille Oceaan op te zetten.

De eilanden werden zo druk bezocht dat er in 1800 zelfs een postkantoor werd geopend op het eiland Floreana, dat uit niet meer bestond dan een naambordje. Dit postkantoor bestaat nog steeds en bezoekers kunnen er post achterlaten voor toekomstige bezoekers die deze post dan meenemen naar hun thuisland en daar posten. De eerste persoon die zich in Galápagos vestigde was Patrick Watkins, een Ierse matroos van een Brits schip, die om onduidelijke redenen in 1807 aan land werd gezet op het eiland Floreana. Hoe lang hij precies daar geweest is en hoe hij er weer is weggegaan, is onduidelijk. Maar uiteindelijk keerde hij terug naar het vasteland.

In 1832 werden de Galápagos eilanden geannexeerd door Ecuador. En pas toen vestigden zich de eerste bewoners op de eilanden Floreana en Santa Cruz, waar ze hun eigen voedsel verbouwden en de walvisvaart schepen voorzagen van voedsel.

In 1835 bezocht Charles Darwin, tijdens zijn 5 jaar durende onderzoeksreis aan boord van de H.M.S. Beagle, de Galápagos. Tot die tijd werd aangenomen dat planten- en diersoorten onveranderlijk waren.

Op de Galápagos eilanden werd het Darwin duidelijk dat soorten zich na verloop van tijd aanpassen aan hun omgeving. Hij was gefascineerd door het feit dat ieder eiland zijn eigen variaties in soorten (vogels, hagedissen en schildpadden) had. Doordat alle eilanden hetzelfde klimaat en geologische eigenschappen hadden, stelde hij vast dat dat niet de oorzaak kon zijn van deze variaties.

In plaats daarvan concludeerde hij dat deze variaties zijn ontstaan door verschillende eetgewoontes. Deze theorie over natuurlijke selectie, biologische aanpassing en evolutie vormde de basis voor Darwin´s evolutietheorie.

In de vorige eeuw kregen de Galápagos eilanden hun oficiele naam, Archipelago de Colon (“Columbus´eilandengroep”), als eerbetoon aan Christopher Columbus.

In 1934 kwam de eerste wet om de eilanden te beschermen. De archipel werd later benoemd tot nationaal park en wordt tot op heden bestuurd door het Ecuadoraanse Nationaal Park Galápagos. Sinds de oprichting van het Charles Darwin Research Station op Santa Cruz, zijn de Galápagos eilanden een bekende plek voor wetenschappelijke studies en uiteraard voor toerisme.

Hedendaagse wetenschappelijke expedities, zoals de Frontiers expeditie, bieden belangrijke onderzoeksresultaten over hoe het Galápagos ecosysteem behouden moet blijven.